In de tweede helft van de 19e eeuw ontstaat het moderne Nederland. Er zijn twee beroepsgroepen die daar een belangrijke in spelen: ingenieurs en artsen. De laatsten veranderen de medische wetenschap fundamenteel en krijgen oog voor de erbarmelijke omstandigheden waarin ruim twee vijfde van de bevolking rond 1850 leeft. Zij zetten vol in op de ‘volkshygiëne’, met als resultaat een gezonde onderlaag van de bevolking, die rond 1900 voor zichzelf op kan komen.

 

 

 

Lees de referenties.